Angst en vertrouwen - een overdenking bij het coronavirus

Midden in de nacht, tegen half drie, word ik wakker. En terwijl ik mijn bed verlaat om een bezoekje aan de wc te brengen, dringt het tot me door. Ik besef wat ik helemaal niet wil beseffen: ik ben bang. De angst zit in mijn lijf.
Ik ben christen, ik ben dominee. Ik ken psalm 27 uit mijn hoofd: ‘De Heer is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen?’ En toch ben ik gewoon ordinair bang.
Het is niet zozeer angst voor het virus zelf of om ziek te worden. Statistisch gezien is de kans niet zo groot dat ik eraan zal overlijden, al krijg je nooit garantie. Maar het is meer de onzekerheid. Het leven dat als geheel op z’n kop staat. Zal het ooit weer normaal worden? Er is een donkere wolk die alles overschaduwt.
Terug in bed wil de slaap niet komen. Ik zoek naar rust en houvast. Ik bid psalm 27 en besluit dat ik ook een psalm uit mijn hoofd ga leren waarin de dichter ronduit zegt: ‘Ik ben bang.’
Als het licht van de dag komt, breekt ook het vertrouwen weer door. Ik weet dat ik erdoorheen moet. De angst niet wegstoppen maar onder ogen zien. Mijn leven uitgieten voor de Heer, zoals Hanna deed. En mij laten troosten door Hem die verdrietig en bang was toen de vijanden dichterbij kwamen. Vertrouwen dat God in Jezus zo naar ons is toegekomen, om te delen in al ons lijden. En om door alles heen te bouwen aan een nieuwe wereld. Er is hoop, want Jezus leeft!

Adri Bloemendal

Naar het overzicht