Restauratie Knol-orgel 2e fase -4-

Restauratie Knol-orgel 2e fase -4-
Zoals de planning er op dit moment uitziet zal in de week van 21 oktober a.s. de restauratie van het orgel beginnen. Al het pijpwerk zal worden verwijderd en naar de firma Adema in Hillegom worden gebracht om gerestaureerd te worden. Wat achterblijft en waar we de komende maanden tegenaan moeten kijken is een lege orgelkas.

Velen stellen terecht de vraag: hoe zit dat nu met die restauratie van het orgel? In 2007 is dit toch ook al gebeurd? Klopt! Bij de toen uitgevoerde restauratie zijn de meeste technische onderdelen van het orgel onderhanden genomen. Een van de problemen waar we toen mee te maken hadden was dat het schapenleer, dat veelvuldig in het orgel is verwerkt om het winddicht te maken, totaal was vergaan. In de kerk was goed te horen dat orgelwind ontsnapte door de ontstane scheuren, het blies en het floot aan alle kanten. Veel leer in het orgel is vervangen en de windlade, een soort grote doos waar alle pijpen op staan, werd volledig gerestaureerd. De windlade is gemaakt van eikenhout en door de hoge ouderdom waren hier scheuren in ontstaan. Verder werden alle mechanische verbindingen tussen de toetsen en de windlade en tussen de registertrekkers en de windlade gerestaureerd en verbeterd. Toen dit allemaal klaar was zijn de pijpen schoongemaakt en weer teruggeplaatst. Het orgel klonk weer net zoals voor de restauratie.
Hoe komt een nieuw orgel tot stand?
Om uit te leggen wat er nu bij de komende restauratie gaat gebeuren moeten we eerst uitleggen hoe de bouw van een orgel tot stand komt. Als een orgelmaker een nieuw orgel gaat bouwen bepaalt hij een aantal uitgangspunten. Hij kijkt naar de ruimte waarin het instrument geplaatst moet worden en afhankelijk van het budget bepaalt hij dan hoeveel registers het orgel krijgt en dus hoe groot het orgel gaat worden. Met deze gegevens gaat hij rekenen welke maatvoering alle onderdelen moeten krijgen. De combinatie van de kerkruimte, de orgelkas, de houtsoorten, het orgelmetaal, de intonatie, de winddruk en de afmetingen van de windlade bepalen uiteindelijk de klank. Al deze zaken worden dus perfect op elkaar afgestemd en vormen een eenheid.


Uitgangspunten bij de bouw van ons orgel
Op basis van deze uitgangspunten begrijpen we welke keuzes orgelmaker Knol eind 18e eeuw heeft gemaakt. Het budget dat de burgerlijke gemeente Zwartsluis ter beschikking had is waarschijnlijk niet al te royaal geweest want het aantal registers van ons orgel is aan de krappe kant. Gelet op de kerkruimte had het orgel best iets groter mogen zijn. Om het relatief kleine orgel toch zo optimaal te laten klinken heeft Knol een creatieve oplossing bedacht.

Hij heeft de bovenkant van de orgelkas niet zoals gebruikelijk is dichtgemaakt maar open gelaten. Daar overheen heeft hij een prachtig beschilderd klankbord geplaatst dat over de orgelkas heen in de kerk steekt. Het geluid wordt zo extra versterkt de kerkruimte in gestuwd. Een unieke constructie die bij geen enkel ander orgel wordt aangetroffen. Knol heeft het pijpwerk van het vorige oude orgel hergebruikt door dit om te smelten en van dit materiaal nieuw pijpwerk te vervaardigen. Orgelmetaal is een legering van tin en lood. Het pijpwerk van ons orgel bevat een hoog loodgehalte (2/3 lood en 1/3 tin) en dit is te zien aan de donkere kleur. Pijpwerk met een hoog loodgehalte heeft voor- en nadelen. Het voordeel is dat de pijpen een mooie, volle en warme klank geven, het nadeel is dat het materiaal zacht en kwetsbaar is. Voor de winddruk hanteerde Knol bij zijn orgels een winddruk van rond de 70 mm waterkolom.
De eenheid ernstig verstoord
Bij een rampzalige restauratie in 1936 heeft men de winddruk van het orgel fors verhoogd naar 90 mm door extra gewichten op de blaasbalgen te leggen. Om het orgel toch nog een beetje te laten klinken hebben ze van alle pijpen de gaten in de voetjes, waardoor de pijpen worden aangeblazen, kleiner gemaakt door ze dicht te kloppen. De klank is hierdoor veel vlakker en doffer geworden, het klinkt zelfs een beetje geforceerd en heeft de neiging om over te blazen. De pijpen krijgen immers lucht in een totaal andere verhouding dan waar ze voor gemaakt zijn. Omdat de pijpen door het hoge loodgehalte kwetsbaar zijn worden ze ook nog eens een keer onnodig zwaar belast en ze raken gauw ontstemd. Andere bijkomende zaak is dat het orgel door de verhoogde winddruk erg zwaar speelt. Kortom, de eenheid van het oorspronkelijke concept werd door deze ingrepen totaal verstoord. Bij de restauraties in 1974 en 2007 is deze ontstane situatie niet hersteld. Hoewel beide restauraties kwalitatief hoogstaand waren ontbrak in 1974 de nodige kennis en in 2007 de financiën om de klank naar de oorspronkelijke situatie terug te brengen.

Terug naar het oorspronkelijke concept
Wat gaat er nu gebeuren bij de komende restauratie? Alle pijpen in het orgel, en dat zijn er 1.064, worden één voor één nagezien, indien nodig gerepareerd en vervolgens opnieuw geïntoneerd. Dat wil zeggen opnieuw tot klinken gebracht op de oorspronkelijke winddruk. Om te bepalen hoe orgelmaker Knol dit deed heeft onze adviseur Stef Tuinstra, onderzoek verricht bij alle nog aanwezige Knol orgels. De intonatie van de orgels in Wieuwerd, Bozum, Geesteren, Hasselt en Zwartsluis zijn nauwkeurig onderzocht. Hij heeft nu duidelijk in beeld hoe Knol werkte en hoe hij zijn orgels intoneerde. Met deze kennis kan de orgelmaker aan het werk en de oorspronkelijke klank en daarmee de eenheid als geheel terug brengen. Verder zullen er wat kleine reparaties worden uitgevoerd, zal het leer van de blaasbalgen worden vervangen en zal het beschadigde schilderwerk worden bijgewerkt. Het beoogde eindresultaat is dat wij niet alleen in naam, maar ook in klank weer een uniek Knol orgel terugkrijgen. Een orgel dat werd gebouwd vanuit de late Noord-Duitse barok traditie met een ruige, stoere en bruisende klank waarmee de organisten de lofzang in Zwartsluis gaande kunnen houden.
Draagt u ons unieke orgel een warm hart toe en wilt u de restauratie financieel steunen? Giften zijn natuurlijk welkom op bankrekeningnummer NL10 RABO 0373 7340 85 o.v.v. “Orgelfonds”. Mochten wij u nu toch al nieuwsgierig hebben gemaakt of heeft u vragen die niet kunnen wachten? Schroom dan niet en benader ons gerust met uw vragen.

Naar het overzicht